In een artikel in het Financieele Dagblad (30-04-22) geeft econoom/journalist Mathijs Bouman aan hoe zeer Nederland zich moet inspannen om voldoende mensen in huis te hebben om de noodzakeljke werkzaamheden in de toekomst te verrichten. In de dienstverlening; in productieve beroepen; in zorg en onderwijs.
Het Bouman artikel wordt verduidelijkt met grafieken die tonen hoe zeer de vergrijzing zal voortzetten en het aantal mensen in de productieve leeftijd (20-65 jaar) zal afnemen.
Om die reden is de AOW leeftijd toentertijd verhoogd. De mensen worden immers veel ouder; AOW kosten stijgen en stijgen, te vroegtijdig stopt men met het neerleggen van beroepsarbeid want men blijft ook langer gezond.
Door de pandemie de afgelopen twee jaar kon de betrekkelijkheid van het ouder worden gerelativeerd. De oversterfte ten gevolge van Cofid-19 bleek voor een land als Nederland uiteindelijk mee te vallen.
Mocht er geen nieuwe wereldwijde infectieziekte losbarsten dan valt te verwachten dat in ieder geval de Westerse mens de opmars naar een langer leven voortzet. Je leest bijvoorbeeld in ramingen over een verdubbeling van het aantal negentigers de komende jaren.
Ik wil alleen aangeven dat de huidige pensioengerechtigde leeftijd van 65, , al jaren een vaststaand feit, best eens zou kunnen opschuiven. Bijvoorbeeld naar 68. Nog redelijker zou zijn voor de diverse beroepen verschillende leeftijden te hanteren. Bijvoorbeeld aanhouden van de traditioneler leeftijd van 65 voor fysiek belastende beroepen terwijl er heel wat beroepen zijn waar het gebruikelijk kan worden met 72 af te zwaaien. Verdedigbaar omdat zij ook veel later begonnen te werken
Daarnaast vestigt Mathijs Bouman de hoop op immigratie. Door sommigen zal er gezucht worden over de volte in Nederland. Binnen de EU zijn de twee dichtst bevolkte landen Malta en Nederland. Er is al veel gebeurd want ik herinner me hoe zeer er toentertijd tegen het vooruitzicht van tien miljoen Nederlanders werd opgezien. Kunnen we al deze mensen te eten geven? En ik ben nog niet eens een negentiger waar ik het eerder over had terwijl een belangrijk deel van de bevolking kampt met het tegendeel van voedseltekort.
En met welke ijver komt men Nederland binnen als asielzoeker. Er zullen best cijfers zijn over aantallen onderscheid makend tussen wel of niet een bijdrage leverend. Al dan niet ontvangen van bijstand zou een maatstaf kunnen zijn. Zo las ik dat je je niet teveel moet voorstellen over de productiviteit van mensen die hier aanklopten. Dat schreef een CBS-er in een beschouwend artikel. Ik zou weleens een overzicht zien van diegenen die ooit in Ter Apel belandden wat zij tot stand brachten na enige jaren bivakkeren in dit land. En dan de bevolkingsaanwas ten gevolge van “gezinshereniging”.
Overigens verblijven Oekraïners hier onder andere voorwaarden.
Tot slot is er de typisch Nederlandse gewoonte voor vrouwen om parttime te werken. Mijn kapper zocht naar één of meer stagiaires van de kappersvakschool. De sollicitanten vonden drie dagen werken per week ruim voldoende en wilden niet langer. Dat zijn meisjes van 15/17.
In zorg en onderwijs waar veel vrouwen werken, is parttime werken gebruikelijk. Volgens Eurostat (2016) werkt bijna drie-kwart van de vrouwelijke werknemer in deeltijd. De roosters zijn er op ingesteld. Ik kan me zelfs voor stellen dat er enig moment, bijvoorbeeld over drie jaar in zorg en onderwijs , alleen fulltime banen worden aangeboden. Een deel van het aanbod zou kunnen afvallen. Het valt te becijferen, enquêteonderzoek kan een rol spelen, wat de winst/verlies in uren is.
De artikelen van Mathijs Bouman lees ik graag en met bewondering. In dit artikel enig kanttekeningen die aangeven dat wij zelf invloed kunnen uitoefenen op de omvang van de beroepsbevolking.