Huisartsenpraktijken zijn vergaand stilgevallen. Dat betekent verlies aan inkomsten. Huidige inzichten pleit ervoor om huisartspraktijken, net als bedrijven, door overheidstegemoetkomingen te hulp te schieten. Voor huisartsen geldt een andere weg. De huisartsen branche organisatie LHV (Landelijke Huisartsen Vereniging) ging in overleg met onder meer de NZA (Nederlandse Zorgautoriteit) en ZN (Zorgverzekeraars Nederland).
Het resultaat is een eenvoudige maar toch wel interessante tegemoetkoming. Iedere praktijkbeoefenaar krijgt eenmalig € 10,00 per patiënt erbij. Dat is € 20.000,00 als de normhuisarts 2000 patiënten heeft. Net als bij bedrijven is dat bedoeld om de faciliteiten in stand te houden en het personeelsbezetting intact.
De terugval in patiëntenbezoek en consulten zal plaatsvinden doordat patiënten de huisarts, al dan niet terecht, mijden. Daarnaast doordat huisartsen patiënten weren.
We zitten met de vraag wat er te gebeuren staat als de Coronatijd voorbij is. Hoe groot blijkt de (ingehouden) zorgvraag? Barst die alsnog los? Voor een belangrijk deel waarschijnlijk wel; voor een ander deel zullen er mensen zijn voor wie de klachten tot het verleden behoren.
Ik vind over de postcorona tijd weinig in de media. Er wordt m.i. onvoldoende over later nagedacht. Ook niet op de website van de LHV. Je komt in tv-uitzendingen mensen tegen voor wie behandeling voor kanker of hartaandoening wordt onderbroken. Terecht is daar aandacht voor en wordt er niet te veel uitgesteld.
Huisartsen zijn een belangrijke spil in de Nederlandse gezondheidszorg. De rust in veel huisartspraktijken zal ook terug te vinden zijn in ziekenhuispoliklinieken. Er is dus capaciteit. Akkoord – er moet extra bescherming worden geboden aan de werkenden.
Waarom niet nu al te werken aan tegemoettreding van een zich plotseling aandienende zorgvraag?. Er zijn mogelijkheden om meer te gaan weten over wat geneeskundig Nederland wacht. Er is zelfs een mogelijkheid om de ernstigste gevallen op het spoor te komen zodat de huisarts in ieder geval nu al kan ingrijpen.
Anders komen er schrikbarend lange toegangstijden tot specialismen in ziekenhuizen in beeld. Met schrik denk ik terug aan mijn eigen meetwerk bij patiënten. Eén van de onderwerpen was de toegangstijd tot een polikliniek. Kon men binnen een week terecht dan meldde nog geen 10% een tussentijdse toename van pijn en ongemak. Hun “medische” toestand bleef redelijk stabiel. Moest er meer dan zeven weken gewacht worden dan steeg het aantal patiënten met toename van pijn en ongemak tot 40% of hoger. Ongeveer een zelfde percentage meldde een verergering van de toestand. Het betreft een peiling van het begin van deze eeuw. Dus even terug. Wel een lekker grote steekproef van 3200 man/vrouw.
Voor nu is het advies het traceren van de ernstigste gevallen en daar aandacht aan te besteden.
Er kan een eerste stap gezet worden naar selectie. De huisarts kan bijvoorbeeld een mail sturen aan al zijn of haar patiënten met enige wel gebalanceerde vragen. Publiceer bovendien de gezette stap in een plaatselijk blad. Op grond van de reacties kan er in eerste instantie met degenen die spoedig aandacht verdienen, gebeld en gesproken worden en nadere afspraken gemaakt.
Het lijkt mij zeer op de weg liggen van de LHV om, met de hulp van een bekwame vragen-formuleerder, zich met deze materie te bemoeien. Daardoor kan de LHV zich niet alleen manifesteren als vakbond maar ook tonen de samenleving te dienen met een vooruitziende blik.
Overigens mopper ik op de gezondheidszorg. Wees overtuigd van mijn diepste respect voor de zorgprofessionals die tot hun nek zijn ondergedompeld in het bestrijden van het Coronavirus. Lange dagen; gevaar voor het eigen hachie plus zien om te gaan met de eigen emoties.