Peter Lagendijk is op 13 augustus 2024 op 88-jarige leeftijd overleden. Tot het laatst is hij actief gebleven met het delen van zijn zorgen en opinies.

Optiekbranche laat brildragers in de steek

Het komt allemaal door mijn eigen gebrekkig gezichtsvermogen. Brildrager sinds zevende levensjaar. Was het eerst alleen bijziendheid in de loop van mijn leven komt er dubbel zien bij. Dat is met speciale, zeer op de persoon afgestemde brillenglazen op te lossen. Er zijn vakmensen, optometristen, die je met prismaglazen van dienst zijn. Het zijn hbo opgeleiden.

De schrik slaat je om het hart als jouw optometrist van werkkring verandert. In mijn geval ging zij van optiekwinkel naar ziekenhuis. Moet je weer een andere vakman o f vakvrouw opzoeken. Optiekwinkels zeggen al gauw een optometrist in dienst te hebben. Ik schrok weleens van hun eindresultaat.

De Optometristen Vereniging Nederland reikt de oplossing aan. Alle optometristen die aan de eisen voldoen, staan in het kwaliteitsregister. Het zijn degenen met het juiste diploma die ook nog voldoen aan kwaliteitseisen Je moet het registratienummer vragen aan de optometrist die jij voor ogen hebt. Dan pas kun je in het kwaliteitsregister terecht. Aldus de OVN woordvoerder.

Dat is om het gemakkelijk te maken. Natuurlijk een belachelijke omweg. Tumult in de winkel waar je naar een “Ausweis” vraagt. Of de vakman of vakvrouw zich moet schamen aan de eisen van vakbekwaamheid te voldoen? Het is de wereld op zijn kop.

De Consumentenbond schrijft een artikel over de optiekbranche in de Consumentengids van juni 2008. De veelzeggende titel luidt “Wazige Oogopmeters”. En dan gaat er nog meer narigheid over een falende branche over de toonbank.

Je hebt bijvoorbeeld opticiens. Dat zijn mbo opgeleiden. Die kunnen je best van dienst zijn als het niet te moeilijk wordt. De titel “opticien” blijkt bovendien niet beschermd; iedereen kan zich opticien noemen.

Raadpleeg je de website van de Nederlandse Unie van Optiekbedrijven dan slaat de paniek helemaal toe. Personen zijn geen lid maar de brillenwinkels. Er zijn grote ketens van optiekbedrijven die soms wel, soms niet bij NUVO zijn aangesloten. Hans Anders bijvoorbeeld is niet op de ledenlijst te vinden.

Daarnaast is er de Algemene Nederlandse Vereniging van Contactlensspecialisten. Om niet te vergeten is er ook nog de Nederlandse Vereniging van Orthoptisten (NVvO). Last but not least is er een Collectief van Zelfstandige Opticiens. Een vereniging of geleding van een vereniging waarin opticiens beroepshalve vertegenwoordigd zijn ben ik niet op het spoor gekomen. Dat kan aan mij liggen.

Prima dat mensen met een zelfde beroep, of bedrijven zich verenigen. Dan kunnen gezamenlijke belangen verdedigd worden; er kunnen collectief boodschappen uitgedragen worden; er kunnen opleidingen verzorgd worden en nascholing geboden; klachten kunnen deskundig en onafhankelijk behandeld worden.

Het ongenoegen van de Consumentenbond vraagt om aandacht van de optiekbranche. Er is veel onduidelijkheid en er zal ook regelmatig sprake zijn van wanprestatie.

De branche zou m.i. gediend zijn door per optisch geschoolde medewerker aan te geven voor welk beroep hij of zij is opgeleid dan wel in opleiding is. Maak duidelijk welke bevoegdheden aan het afronden van de opleiding verbonden zijn. Dat er bijscholing plaats vindt is m.i. een vanzelfsprekendheid. Het bonafide optiekbedrijf heeft er belang bij de kennis en vaardigheden van de medewerkers te benadrukken en er inhoud aan te geven.

Je wilt toch weten wie je als klant voor je hebt. Daar mag niet geheimzinnig over gedaan worden. Met opmerkingen als “ik doe het al dertig jaar” weet de scherpe waarnemer al hoe laat het is.

Deze beschouwing is geschreven door iemand met veel ervaring in onderzoek en advisering op brancheniveau. Ik zou me graag willen verstaan met brancheorganisaties in de optiek om ideeën ter verbetering gezamenlijk uit te werken.

Ja, ik ben inmiddels geslaagd met een nieuwe optometrist.