Met regelmaat vaccinaties om niet ziek te worden van het corona-virus. Nog steeds succesvol in het op afstand houden van de ziekte . Zonder grote ontzeggingen. De laatste twee jaar wel mensen opeenhopingen gemeden. In het algemeen afstand bewaren. Geen handen schudden bij binnenkomst of vertrek; eigenlijk helemaal afgeschaft. In een minder bedreigende tijd ga je over op omhelzingen en schouderklopjes; geen slechte vervanging.
Kort geleden weer een oproep tot vaccinatie. Ik had er al een aantal achter de rug. Ik dacht een stuk of vier maar de laatste was toch alweer een maand of drie geleden. Je bent maar voor een tamelijk korte tijd gevrijwaard dus altijd in voor verlengen van de veiligheid. Je maakt een afspraak. Onze dochter kwam een dagje langs en die regelde dat. Zij maakte niet zomaar een afspraak maar ging in gesprek met de GGD afspraakmaker serieus na of wij, haar ouders Susan en ik, echt wel in aanmerking komen. Tot en met de data van eerdere vaccinaties aan toe. Het was allemaal in orde; echt welkom. Je krijgt een keurige brief ter bevestiging “wat fijn dat u een afspraak hebt gemaakt”. Een paar dagen voor het injectiemoment, dit keer in Meppel, ook nog een herinnering.
Ruim op tijd arriveren we bij de prikpost. Je passeert een tafel waar ingevulde vragenlijst en medicatie wordt bekeken.
En dan volgt de aanzegging dat je toch niet in aanmerking komt voor een nieuwe injectie. Op tegenstribbelen, ik laat me niet wegsturen, blijft de reactie afwijzend en steeds dwingender. Het komt, zo zei de “portier”, regelmatig voor dat burgers zich presenteren die toch nog niet in aanmerking komen. De GGD personen, waar eerder mee contact is geweest, maken fouten.
Ik heb in de praktijk geleerd met moeilijke gevallen soepel om te gaan. Achteraf had ik moeten aandringen om doses voor de no-shows voor ons te gebruiken. Die toedieningen teken je uiteraard niet aan. Iedereen gelukkig. Geen man overboord. Niet nog meer mopperaars, die zijn er al genoeg, op de GGD.
Nu herinner ik me twee bijna dreigende mannen, de general manager was erbij gekomen, om je de deur uit te krijgen. Ook werd mij gevraagd of ik soms immunoloog ben. Deze vragen krijg je om je oordeel als ondeskundig te kunnen rubriceren. Dan druip je wel af, wordt gedacht. Maar in dit geval is dat niet van toepassing. Het gaat om fouten van de GGD. Het aanhouden van de denktrant – alleen voor deskundigen – betekent het einde van de democratie. Journalistiek en politiek kunnen inpakken.
De GGD toont zich hier kleinschalig falend. Zelfs het kleinste foutje weet men niet recht te breien.