Nederland werd opgeschrikt door fouten van de Belastingdienst. Duizenden ontvangers van een kinderopvangtoeslag werden als fraudeurs vervolgd. Het bracht gezinnen in ernstige financiële problemen. Nederland toont hiermee kenmerken van bezet gebied.
Tegelijk werd aangetoond hoe de Belastingdienst geen enkele methode schuwt om zelfs vermeende schulden te innen. Slachtoffers maken melding van de mentaliteit van ambtenaren waar de honden geen brood van lusten. Het wordt bevestigd door insiders dat er een sfeer heerst van halen wat er te halen valt. Ambtenaren worden opgedragen zelfs de grenzen van wet, fatsoen en gebod te overschrijden bij aanslagen en inningen.
De Tweede Kamer beslist bij het eerste debat dat de betreffende Staatssecretaris Menno Snel kan aanblijven. Dankzij de coalitiepartijen, Groen Links en SGP houdt Snel het hoofd boven water. Er stond een tweede debat op de nominatie nadat de gedupeerde gezinnen inzage kregen in hun dossier. Er blijken pagina’s demonstratief zwartgelakt. Het is de arrogantie van de macht, in dit geval de Belastingdienst.
Over de kwestie al dan niet aanblijven hoeft niet gediscussieerd te worden. De Staatssecretaris stapt uit eigen beweging op.
Tijdens de debatten, en contacten met de pers maakt de Staatssecretaris een onbewogen indruk. Verdriet en ellende veroorzaakt door de Dienst waar hij voor verantwoordelijk is, gaan zo te zien langs hem heen. Hij komt niet veel verder dan het had niet zo gemoeten maar uit zijn woorden ontbrak ieder gevoel. Bedenk dat de heer Snel, kort na zijn afstuderen, van 1995 tot en met 2007 op het Ministerie van Financiën werkzaam is geweest. Na zijn IMF periode in Washington is hij nu dus teruggekeerd op het oude nest. Is het reëel te veronderstellen dat iemand afkomstig uit een gevoelig Ministerie, onbevooroordeeld zijn werk kan doen als Staatssecretaris van Financiën?
Overigens is het nog niet zo lang geleden dat hetzelfde Ministerie in opspraak kwam met een riante vertrekregeling voor ambtenaren. Een manoeuvre om, zo valt te vermoeden, de vroegere pensioenrechten veilig te stellen. De regeling was zo aanlokkelijk dat er meer ambtenaren gebruik van maakten dan verondersteld. Het Ministerie van Financiën ging kampen met personeelstekorten Ik heb mij altijd afgevraagd waarom er geen bescheiden onderzoek, voorafgaand aan de riante vertrekregeling, had kunnen plaatsvinden. Daar heb je zelfs niet één van de gerenommeerde rijksonderzoekinstituten voor nodig. Komt overigens m.i. vaker voor bij overheidsmaatregelen dat er onvoldoende bezinning is geweest.
De ambtenaren van Financiën, die zovelen rampspoed bezorgden, gaan kennelijk vrijuit. Niets heb ik, als vlijtig volger van het nieuws over dit onderwerp, vernomen over disciplinaire straffen. Door het als uitvoerend ambtenaar klakkeloos volgen van bevelen ben je medeschuldig. Het getuigt van moed als je een bevel weigert vanwege sterke vermoedens dat rampzalige gevolgen dreigen voor een deel van de burgerij. Van hoge ambtenaren, de vormgevers, verwacht je dat zij geen bijna misdadige maatregelen durven te opperen. Om maar niet te spreken van betrokken kabinetsleden in het algemeen. Overigens rijst bij sommigen, in het geval van vermeende kinderopvangtoeslagfraude, de vraag of de civiele rechter hier geen rol moet spelen. In de Tweede Kamer zijn deze vragen over strafrechtelijke vervolging zeker ook aan de orde geweest. Later niets meer over vernomen.
Het is trouwens opmerkelijk dat als je eenmaal in overheidsdienst bent je alle verantwoordelijkheden bij de uitoefening van je functie, van je hebt afgeschud Zo lijkt het in ieder geval. Je leest wel over overplaatsingen die zelfs doen denken aan promoties.
Het lijkt overigens zeer wenselijk, voor de aanstelling reeds, een (psychologische) test af te nemen naar betrouwbaarheid en verantwoordelijkheidsgevoel van sollicitanten naar ambtelijke functies. Als onderdeel van andere tests. Ik zou beginnen met de bestaande bemensing van Financiën een dergelijke test af te nemen. Dan weet je waar en welke bedenkelijk gedachten er leven. Onvermijdelijk om te kunnen vergelijken met de reacties van de gemiddelde Nederlandse werknemer
Overigens zou ik mij niet beperken tot ambtenaren van Financiën. Ook andere Ministeries komen in aanmerking. Er zullen verschillen zijn tussen de diverse Ministeries maar naar verwachting ook wel overeenkomsten. De nieuwe kennis kan tot grote steun zijn bij het wervings- en aanname beleid.
In deze bijdrage ga ik aanzienlijk verder dan de plannen over de vervanging van de heer Snel in het kabinet. De door mij geëtaleerde gedachten tot verbetering zijn meer fundamenteel. Als de kenmerken van de rotte appelen bij de Ministeries niet bekend zijn blijft het dweilen met de kraan open. Als de sfeer gedragen wordt door mensen die niet begrijpen dat zij een maatschappelijk dienende functie vervullen zullen er zich keer op keer ontsporingen voordoen.