Na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog in 1945 kwam er een stroom geboorten op gang. Er heerste blijdschap en optimisme. Veel- geboorten hielden aan tot in de jaren zestig. De eerste babyboomers worden weldra 75. Dat is een leeftijd waarop veel mensen gebreken beginnen te vertonen; andere huisvesting zoeken; meer beroep doen op de gezondheidszorg en welzijnsvoorzieningen.
Het kraamvrouwen topjaar was 1946 met 284.000 geboorten. In de jaren daarna, tot zelfs 1970 aan toe, was er sprake van 230.000 à 250.000 baby’s per jaar. Begin jaren zeventig moesten wij met minder dan jaarlijks 200.000 geboorten tevreden zijn. Er is dan nog een opleving na het jaar 2000. Vanaf ongeveer 2010 schiet het aantal geboorten terug tot iets boven de 170.000 per jaar. Dat is te weinig om de bevolking op hetzelfde peil te houden.
Ik herinner me hier en daar opluchting dat de naoorlogse geboortegolf tot zijn einde kwam. Er waren al voorspellingen gedaan dat Nederland rond de eeuwwisseling 20 miljoen inwoners zou tellen. Emigratie naar andere werelddelen werd gestimuleerd. Veel Nederlanders weken uit naar Australië, Nieuw-Zeeland, Canada, Zuid-Afrika.
Op het ogenblik is de klassieke bevolkingsopbouw volledig verstoord. Voorheen was er sprake van een bevolkingspiramide – een brede voet met kinderen en jonge mensen, en een smalle top gereserveerd voor de eeuwelingen. Er waren in niet verstoorde perioden meer mensen in de productieve leeftijden dan ouderen. Eigenlijk had er, toen het einde van de geboortegolf zich manifesteerde, maatregelen moeten worden genomen om het krijgen van kinderen te stimuleren.
In de plaats daarvan was er het verschijnsel gastarbeider. Aanvankelijk waren die afkomstig van Zuid-Europese landen; weldra gevolgd door Turken en Marokkanen. Daarna kwamen er ook Surinamers en Antillianen. Suriname werd onafhankelijk en velen aldaar verkozen Nederland om zich te vestigen.
Er zijn nu te weinig mensen tussen, laat zeggen, de 15 en de 65. De babyboomers dienen zich in nabije toekomst massaal aan bij de bejaardenloketten. Niet helemaal hun schuld want door een gezonder leefpatroon en de medische vooruitgang is de levensverwachting aanzienlijk gestegen. Ook de gezondheidstoestand van ouderen is verbeterd. Het positieve van steeds ouder wordende mensen is dat zij langer aan het arbeidsproces kunnen deelnemen. Nederland is er in geslaagd de pensioengerechtigde leeftijd aanzienlijk te verhogen. Demografisch bezien is dat een juist antwoord. Op deze wijze beschikt Nederland over een groter aantal mensen in de productieve leeftijd. Veel landen benijden Nederland met deze latere pensionering.
Tekorten in Productieve Leeftijden opgevuld door Niet-Westerse Allochtonen
Een krimpende bevolking zal zich de eerste decennia echter niet voordoen omdat de groep niet-westerse allochtonen krachtig groeit. In de periode 2010-2040 zal het aandeel niet-Westerse allochtonen toenemen van 11 naar 16%. Denk in termen van enkele miljoenen. Aldus Nationale Atlas Volksgezondheid 2011; herzien in 2018. Het aandeel van autochtonen zal dalen.
De vraag kan rijzen of dit voor ons land de gewenste ontwikkeling is. Het is niet alleen triomfantelijk roepen, doet men in ambtelijke kringen, dat het probleem is opgelost. Ik plaats twee vraagtekens.
In de eerste plaats de vraag of de Nederlandse bevolking het hier mee eens is. Wil men de blanke meerderheid afgeknabbeld zien worden? In Israël staat men ook niet te juichen als de in Israël wonende Arabieren veel grotere gezinnen hebben dan de Joodse inwoners.
In de tweede plaats denkt de overheid uitsluitend in termen van aantallen. Er zijn Nederlanders die zich afvragen of er naast kwantiteiten ook in kwaliteiten/ geschiktheden gedacht kan worden.
Mag je je ook afvragen of de nieuwe bevolkingsgroepen van voldoende mate niveau zijn. De jongste nieuwkomers, Syriërs, blijken bijvoorbeeld te zeer afhankelijk van de bijstand. Ondanks de brede aandacht die zij ondervonden. Voorrang bij huisvesting; een premie van € 10.000 om hun huis in te richten; geen tijdelijke verblijfsvergunning maar, bij voldoen aan voorwaarden, meteen statushouder. Was dit uitbundig onthaal de wens van de Nederlandse bevolking? Is het ooit aan de Nederlandse bevolking voorgelegd?
Nog verder terugdenkend verschijnen jonge Marokkanen op het netvlies. Voortijdig schoolverlaten; voetballend met kransen van de Nationale Dodenherdenking.
Het zijn pittige beleidsvragen. Ik loop de kans voor rotte vis te worden uitgemaakt. Ik dring alleen aan op bezinning. Ik waag mij aan een kritische blik gedreven door de belangen van de generatie die na mij komt. Overigens zijn de bevolkingsgroepen waar ik op doel er niet mee gebaat als hun bijdrage blijkt tegen te vallen.
Naar mijn idee valt voor de belangrijkste groepen niet-westerse allochtonen na te gaan of zij het demografisch gat adequaat gaan opvullen. Met als invalshoek de voor dit land wezenlijke kenmerken als handhaven democratie, aanzien in de wereld. Denk ook aan een onafhankelijke rechtspraak, vrijheid van godsdienst, rechtvaardige inkomensspreiding.
Om geen opzien te baren kan er wellicht van bestaande onderzoekkaders gebruik worden gemaakt om meer te gaan weten. Tevens valt er wellicht van onderzoek elders in de wereld te leren. Denk ook aan ervaringen in andere landen met de ontwikkelingen van nieuwe bevolkingsgroepen.
Iedereen met kinderen wil dat zij een gelukkig bestaan gaan leiden. Werkend met vakbekwame collega’s. Omgaand met mensen die bij hen passen. Levend in een gemeenschap die hen naar de zin is.