Op het Seminar (9 maart 2017) georganiseerd door NVD en IOM met titel “Gevlucht en aan het Werk”, kwam de kwestie aan de orde of Nederland vluchtelingen niet te zeer in de watten legt. Het was tijdens de paneldiscussie dat op mijn eerder gemaakte opmerking werd terug gekomen.
Mijn eerste confrontatie met , ruim genomen, deze vraag dateert van enige decennia terug. Ik woonde toentertijd in De Parken, een Apeldoornse villawijk van rond de vorige eeuwwisseling. In die wijk waren ook ontspoorde jongeren gehuisvest. Vooral jongens. Het waren eigenlijk kinderen maar niet geheel ongevaarlijk. Er viel ook wel eens een dode. Die jongeren kregen zakgeld net zoals hun leeftijdgenootjes die thuis wonen. Niks mis mee tot je duidelijk wordt dat hun zakgeld het dubbele is van de jongens die thuis wonen.
De overheid kan soms buitensporig royaal zijn. Geldt dat ook niet waar het gaat om vluchtelingen die thans moeten worden ingepast in de Nederlandse samenleving?
Alles kost geld; ook tijd. Ik vang op dat perioden van drie jaar worden uitgetrokken om de Nederlandse taal machtig te worden. Ik begrijp ook dat het om persoonlijk onderricht gaat. Dat kan toch veel eenvoudiger. Kennissen van mij leren Hebreeuws online in hun eigen tempo. De afstand van Hebreeuws tot Nederlands is denk ik net zo groot als van Arabisch tot Nederlands. Met online cursussen kun je ook luisteren naar een juiste uitspraak. Persoonlijk contact is op afstand maar moet dat verschil maken? De huidige technieken maken veel mogelijk.
Zoals nu, zo wordt gezegd , is er veel vertraging door de taalbarrière. De vluchteling kan overigens daags na aankomst al beginnen met de Nederlandse taal. Veel nieuwkomers zijn druk in de weer met hun mobieltjes dus er is een digitale gewenning. Voor de welwillende immigrant moet dit geen probleem zijn. Die is er vooral mee gebaat snel te aarden. Nederland mag hen daar m.i .zelfs op aanspreken.
Het seminar ging over werk. De vluchtelingen die in de jaren negentig in dit land aanklopten blijken weinig succesvol op de arbeidsmarkt. Verontrustend veel in de bijstand. Vindt er niet te weinig stimulans plaats? Enige dwang kan geen kwaad. Het is mooi hoe Rotterdam met bijstandontvangers omgaat. Die kunnen verplicht worden gemeenschapstaken te verrichten dan wel in de kassen van het Westland te werken. Gevolg is minder toestroom tot de bijstand dan zich elders voordoet.
Belangrijk is dat de Nederlandse bevolking niet altijd gelukkig is met de opvang van vluchtelingen. Er wordt snel geroepen dat vluchtelingen voorrang hebben bij het verkrijgen van een huis terwijl de Nederlander jaren op een wachtlijst staat. Nederlanders kunnen zich ergeren aan de bedragen en faciliteiten die vluchtelingen te beurt vallen. Bijvoorbeeld EUR 10.000 voor de inrichting van hun huis. Je leest over voorvallen in de krant; je hoort er over op televisie; er wordt druk over gecommuniceerd in de sociale media. Ongelijke behandeling wordt benadrukt.
Is de overheid, met hulp van een groot leger vrijwilligers, op de goede weg? Benadruk, zo roep ik de branche toe, soberheid als tegenwicht. Maak duidelijk dat er tegenprestaties van de vluchtelingen verwacht worden. Pas desnoods eerder afspraken aan.
Veelvuldig zien we dat homo’s en vrouwen gevaar lopen. De vluchtelingen hebben een andere culturele achtergrond. Dat is niet acceptabel voor mensen van Westerse komaf. Nieuwkomers willen zich daar zeer rekenschap van geven. Het eerst waar ze over moeten horen zijn onze normen. Bij overtreding van onze regels moet gestraft te worden tot en met uitwijzing aan toe. Aangiftes door de plaatselijke bevolking dienen te worden opgenomen door onze politie. Het is algemeen bekend, velen hebben de ervaring, dat de Nederlandse politie aangifteschuw is.
Mijn terloopse opmerking op het seminar– kan het niet wat minder wat strenger wat vlotter – wil ik afsluiten met een suggestie. Ik zou instanties, die zich met vluchtelingen bezig houden, suggereren in hun toezichtorganen ook rechts stemmers op te nemen. Ik vermoed dat degenen die aan het vluchtelingenbeleid vorm geven eerder politiek links georiënteerd zijn. Bij ambtenaren is links, dat is zeker, oververtegenwoordigd.
Dus vermijd evangelisatie; kom met feiten en betrek ook andersdenkenden bij het beleid.